Dimtechnieken
TRIAC (Fase-afsnijdingsdimming)
Bij TRIAC-dimmen wordt de wisselspanning van 230V, 50Hz deels onderbroken om het vermogen van een armatuur te verlagen. Dit gebeurt door na de nuldoorgang van de spanning op een bepaald moment de stroomtoevoer af te snijden. In vergelijking met fase-aansnijding wordt de spanning bij fase-afsnijding minder abrupt onderbroken, wat gunstig is voor de levensduur van elektronische componenten in armaturen.
TRIAC-dimmen vereist geen extra bekabeling, waardoor het ideaal is voor gebruik in bestaande installaties. Houd er echter rekening mee dat TRIAC-dimmers werken binnen een minimum- en maximumbelasting, afhankelijk van het type dimmer. Meestal kunnen 1 tot 15 LED-panelen met deze techniek worden gedimd.
Voordelen:
Geen extra stuurdraden nodig; ideaal voor bestaande installaties.
Nadelen:
Beperkt dimbereik (vaak slechts 30–100%).
Kans op flikkering bij lage dimstanden (afhankelijk van type/merk dimmer).
Slechts een beperkt aantal armaturen per dimmer mogelijk.
1-10V Dimming
De 1-10V dimtechniek is een moderne, elektronische methode waarmee verlichting traploos en flikkervrij kan worden gedimd tussen 10% en 100%. Dit systeem vereist twee extra stuurdraden tussen de dimmer en de LED-driver. Het is mogelijk meerdere drivers met elkaar door te lussen, waardoor een groot aantal armaturen gezamenlijk kan worden aangestuurd (binnen de maximale groepsbelasting). Dimmen gebeurt doorgaans via een potentiometer.
Voordelen:
Traploos en stabiel dimmen van 10–100%.
Meerdere drivers kunnen eenvoudig doorgelust worden.
Nadelen:
Twee extra stuurdraden vereist.
DALI / DALI-2
DALI (Digital Addressable Lighting Interface) is een internationale standaard voor slimme verlichting. Dit systeem maakt tweerichtingscommunicatie mogelijk: naast het aansturen van armaturen (aan/uit, dimmen), biedt het ook feedback, zoals branduren, foutmeldingen of batterijstatus van noodverlichting. De nieuwste versie, DALI-2, voegt extra functionaliteiten en commando’s toe. DALI en DALI-2 drivers kunnen gecombineerd gebruikt worden. In tegenstelling tot 1-10V kunnen armaturen individueel aangestuurd worden.
Voordelen:
Zeer nauwkeurig dimmen (1–100%).
Mogelijkheid tot scene-instellingen via domotica.
Individuele aansturing per armatuur.
Nadelen:
Twee extra stuurdraden vereist.
PUSH-DIM
Bij PUSH-DIM wordt de LED-driver bediend via een eenvoudige drukknopschakelaar. Hiervoor is één extra stuurdraad nodig. De verlichting kan traploos worden gedimd tussen 10% en 100%, afhankelijk van hoe lang de knop wordt ingedrukt. Meerdere drivers kunnen aan elkaar gekoppeld worden.
Voordelen:
Eenvoudige bediening.
Traploos dimmen van 10–100%.
Drivers zijn onderling koppelbaar.
Nadelen:
Eén extra stuurdraad vereist.
